De voorziening jubilea wordt berekend voor toekomstige jubileumuitkeringen voor het personeel dat per 31 december in vaste dienst is. Bij de berekening wordt rekening gehouden met verwachte toekomstige CAO stijgingen. De voorziening betreft de contante waarde van deze toekomstige verplichtingen waarbij een rekenrente van 2,5% gehanteerd wordt. Bij de berekening van de voorziening vanwege het eigen risico voor WGA/WIA uitkeringen wordt een inschatting gemaakt van de verwachte mate van arbeidsongeschiktheid gedurende de WGA/WIA periode die voor rekening van de vennootschap komt. Bij de berekening van de voorziening WW wordt een inschatting gemaakt van de hoogte en duur van de uitkeringen die in de toekomst ten laste van de vennootschap komen inzake voormalige medewerkers die op 31 december recht hebben op een WW-uitkering. Voor contante waarde is een rekenrente van 4% gehanteerd. Voor belastbare tijdelijke verschillen tussen de commerciële (bedrijfseconomische) en fiscale waardering van materiële vaste activa is een voorziening voor latente belastingverplichtingen gevormd. De latente belastingverplichtingen zijn gewaardeerd tegen nominale waarde. Van de voorzieningen is een bedrag van € 2.015 als langlopend (langer dan een jaar) aan te merken (2021: € 2.421).